Arbeidsovereenkomst: loongrenzen voor 2026
Op 1 januari 2026 worden de loongrenzen aangepast die uitmaken welke bepalingen van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 toepasselijk zijn. Die wijziging is het gevolg van de jaarlijkse indexering.
|
Wettelijke bepalingen op de arbeidsovereenkomsten |
Jaarlijkse loongrenzen (1) van kracht in 2025 |
Jaarlijkse loongrenzen (1) van kracht in 2026 |
|
Concurrentiebeding - beding verboden, indien loon gelijk aan: - beding toegelaten voor de functies vastgelegd in de cao, indien het loon ligt tussen: - beding toegelaten behalve voor de functies verboden bij cao, indien loon gelijk aan: |
43.106 EUR en –
tussen + 43.106 EUR en 86.212 EUR
+ 86.212 EUR |
44.447 EUR en –
tussen + 44.447 EUR en 88.895 EUR
+ 88.895 EUR |
|
Arbitragebeding - beding verboden, indien loon gelijk aan: - beding toegelaten, indien loon gelijk aan: |
86.212 EUR en – + 86.212 EUR |
88.895 EUR en – + 88.895 EUR |
|
Scholingsbeding - beding verboden (2), indien loon gelijk aan: - beding toegelaten, indien loon gelijk aan: |
43.106 EUR en – + 43.106 EUR |
44.447 EUR en – + 44.447 EUR |
|
(1) Onder 'jaarlijks loon' wordt verstaan het maandelijks brutoloon, herberekend over een jaar (= maandelijks brutoloon x 12). Hieraan wordt toegevoegd: het dubbel vakantiegeld, de eindejaarspremie en alle voordelen die krachtens de overeenkomst zijn verkregen. Als het loon veranderlijk is, moet er rekening worden gehouden met de bedragen die betaald werden tijdens de 12 laatste maanden voor het moment waarvoor men de loongrens wil vaststellen. (2) Behalve als het beding betrekking heeft op een opleiding voor een beroep dat of een functie die voorkomt op de lijsten van knelpuntberoepen of moeilijk in te vullen functies van de Gewesten. |
||
Bron:
- Aanpassing op 1 januari 2026 van de loonbedragen bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten aan het algemene indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden (artikel 131), B.S. 13 november 2025.
Dit bericht delen: