Binnenkort nieuwe methode verrekening enkelvoudig vertrekvakantiegeld?
De FOD WASO dropte een bommetje onder de praktijk van de eenmalige verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld.
Om een antwoord te kunnen bieden op de uiteenlopende vragen/bedenkingen van werkgevers en werknemers had de minister van werk de NAR om een advies gevraagd.
Recent publiceerde de NAR haar advies hieromtrent.
Situering
Een werknemer ontvangt bij zijn uitdiensttreding vertrekvakantiegeld. Dit vertrekvakantiegeld bestaat uit een vervroegd vertrekvakantiegeld en een saldo vertrekvakantiegeld.
Het ontvangen dubbel en extra dubbel vertrekvakantiegeld wordt verrekend door de nieuwe werkgever bij de berekening van het dubbel en extra dubbel vakantiegeld. Bovendien wordt het ontvangen enkelvoudig vertrekvakantiegeld ook verrekend en dit gebeurt meestal in één keer. Deze praktijk die jarenlang bevestigd werd in de RSZ-instructies, kwam recent onder vuur te staan.
De FOD WASO oordeelde dat de verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld in één keer in strijd is met artikel 23 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon. Dit wetsartikel stelt dat “op het loon van de werknemer mogen alleen in mindering worden gebracht: de voorschotten in geld verstrekt door de werkgever” en “het totaal van de inhoudingen mag niet meer dan één vijfde bedragen van het bij elke uitbetaling verschuldigde loon in specie na aftrek van de inhoudingen op grond van de belastingwetgeving, van de wetgeving op de sociale zekerheid en van particuliere of collectieve overeenkomsten betreffende bijkomende voordelen inzake sociale zekerheid”.
Door de eenmalige verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld ontvangt de werknemer in de maand van de verrekening van het vertrekvakantiegeld vaak geen of een erg beperkt loon.
De FOD WASO stelde een verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld per opgenomen dag vakantie voorop.
De verrekeningswijze van het dubbel vertrekvakantiegeld blijft ongewijzigd.
De NAR boog zich recent over deze problematiek.
Advies NAR
Vooropgestelde alternatieve oplossing
De NAR treedt de vooropgestelde werkwijze van de FOD WASO m.b.t. de verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld niet bij. Een verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld per opgenomen vakantiedag zou weinig voorspelbaar zijn voor de werknemer. Bovendien zou deze werkwijze ingewikkeld zijn voor de bediende en zouden de administratieve lasten voor de werkgever hierdoor aanzienlijk toenemen.
De NAR stelt een alternatieve oplossing voorop die bestaat uit de 2 hieronder vermelde fasen:
A. Eerste fase: de berekening van de bij de vroegere werkgever opgebouwde rechten en de betaling ervan
De nieuwe werkgever zal op basis van de ontvangen vakantie-attesten de vakantierechten van de bediende bepalen.
Bij de indiensttreding van de bediende of bij de eerste vakantie-aanvraag zal de nieuwe werkgever de bediende informeren via het meest geschikte kanaal over de toegepaste verrekeningsregels (elektronisch of op papier).
Om een maandelijkse herberekening te vermijden en om het bedrag van de inhouding op het ogenblik van de eindverrekening te beperken, zal de nieuwe werkgever bij de opname van de eerder opgebouwde vakantiedagen bij een vorige werkgever, de dagen betalen met aftrek van een forfaitair bedrag van 90% van het bruto dagloon voor de maand waarin de bediende zijn vakantiedagen opneemt.
De bediende zal bijgevolg altijd gedeeltelijk zijn loon ontvangen, zelfs bij opname van een volledige maand vakantie.
Er worden ook enkel inhoudingen gedaan voor de effectief opgenomen vakantiedagen.
B. Eindverrekening van het enkel vakantiegeld in december
In december of bij het contracteinde wordt een eindverrekening gemaakt. Hierbij wordt een correctie berekend die voortvloeit uit het verschil tussen het enkel vakantiegeld aan 10% dat tijdens het jaar bij de nieuwe werkgever werd betaald voor de bij de vroegere werkgever opgebouwde vakantiedagen en het effectief door de nieuwe werkgever verschuldigde enkel vakantiegeld, waarvan het reeds door de vorige werkgever betaalde enkel vertrekvakantiegeld werd afgetrokken.
Deze inhouding/toevoeging zal uitdrukkelijk op de loonfiche vermeld worden.
Bovendien zou de nieuwe werkgever de bediende, op diens verzoek, via het meest geschikte kanaal (schriftelijk, digitaal of op papier) op de hoogte moeten brengen van de verrekeningsregels. Hierbij moet in een begrijpelijk overzicht uiteengezet worden hoe men tot een inhouding op het loon van december of het loon bij uitdiensttreding van de bediende komt, dan wel tot een uitbetaling van het aanvullend saldo.
De loonbeschermingswet moet hierbij steeds worden nageleefd. Hierdoor zou bij een mogelijke overschrijding van de limiet van één vijfde, de aftrek over 2 maanden gespreid moeten worden. Hiervan kan mits akkoord van de werknemer afgeweken worden.
Nuancering
De NAR benadrukte dat naast de vooropgestelde alternatieve oplossing voor de verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld de effectieve verrekening per opgenomen vakantiedag mogelijk blijft.
Aanpassingen vakantie-attest op komst
De sociale partners benadrukten dat de inhoud van het vakantie-attest mogelijks herzien moet worden. Uit het vakantie-attest zou duidelijk moeten blijken dat het vertrekvakantiegeld een vooruitbetaling is voor bij een andere werkgever of tijdens een inactiviteitsperiode op te nemen vakantie.
Daarnaast zou het financiële aspect van de verrekening van het vertrekvakantiegeld duidelijker uit het vakantie-attest moeten blijken.
Inwerkingtreding
De nieuwe regels zouden vanaf 1 januari 2023 in werking treden. De NAR vroeg evenwel een overgangsperiode tot en met 31 december 2023, alsook een verlenging van de gedoogperiode.
Momenteel is het onduidelijk of de bovenvermelde wijzigingen in de wetgeving zullen opgenomen worden. Hierdoor blijft op heden de bestaande werkwijze m.b.t .de verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld nog steeds toegepast.
Bron:
- Advies NAR nr. 2.297 dd. 01.06.2022 ‘Regularisering van het vertrekvakantiegeld’.
Dit bericht delen: