Fiscaal voordelige overuren voor wegenwerken of spoorwegwerken: verduidelijkingen
Werknemers die overwerken en daarbij recht hebben op een wettelijk overloon genieten, onder bepaalde voorwaarden, een belastingvermindering (en een vermindering van bedrijfsvoorheffing) en hun werkgever heeft recht op een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.
Het aantal overuren dat recht geeft op die fiscale voordelen is echter begrensd. Sinds 1 juni 2024 is de grens in de sector van de wegen- of spoorwegwerken evenwel verhoogd naar 280 uur, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt.
Herinnering: dubbel fiscaal voordeel
Overuren waarvoor een wettelijk overloon verschuldigd is, geven recht op een dubbel fiscaal voordeel:
- Voor de werknemer is het voordeel een belastingvermindering, die zich ook vertaalt in een vermindering van bedrijfsvoorheffing. Die vermindering is gelijk aan een percentage van het sociale brutobedrag van de lonen die als basis hebben gediend voor de berekening van het overloon (57,75% voor de overuren waarop een wettelijk overloon van 50 of 100% van toepassing is en 66,81% voor die waarop een wettelijk overloon van 20% van toepassing is);
- Voor de werkgever is het voordeel een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. De vrijstelling is gelijk aan een percentage van de lonen die als basis hebben gediend voor de berekening van het overloon (41,25% voor de overuren waarop een wettelijk overloon van 50 of 100% van toepassing is en 32,19% voor die waarop een wettelijk overloon van 20% van toepassing is).
Verhoging van de grens?
In het algemeen is het fiscale voordeel dat aan overuren is gekoppeld, beperkt tot 130 uur per jaar en per werknemer. Die algemene grens is momenteel tijdelijk opgetrokken tot 180 uur tot 30 juni 2025 (een verlenging werd aangekondigd, maar is nog niet gepubliceerd).
In bepaalde sectoren gelden specifieke grenzen. Dit is met name het geval in de bouwsector: de grens wordt opgetrokken tot 180 uur voor werknemers van werkgevers die werken in onroerende staat uitvoeren en een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem gebruiken.
Op 1 juni 2024 werd de grens opgetrokken tot 280 uur voor werknemers van werkgevers die hoofdzakelijk wegenwerken, met uitsluiting van het aanleggen van ondergrondse leidingen en kabels, of spoorwegwerken uitvoeren en aan wie de overheid oplegt om in het weekend, op feestdagen of ’s nachts te werken, op voorwaarde dat die werkgevers gebruikmaken van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem en dat de werknemer tijdens de overuren daadwerkelijk wegenwerken of spoorwegwerken uitvoert.
Specifieke voorwaarde
Wat de gedeeltelijke vrijstelling voor werkgevers betreft op het vlak van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, is de verhoging van de grens alleen van toepassing op werknemers die daadwerkelijk wegenwerken of spoorwegwerken waarvoor de overheid oplegt om in het weekend, op feestdagen of 's nachts te werken, hebben uitgevoerd tijdens alle overuren waarvoor de vrijstelling wordt gevraagd.
Dit houdt in dat de werkgever elk jaar voor een bepaalde werknemer een keuze moet maken tussen:
- het maximum van 180 overuren in het kader van de specifieke verhoging voor werken in onroerende staat met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem of voor de algemene tijdelijke verhoging tot 180 overuren;
- het maximum van 280 overuren in het kader van de wegen- of spoorwegwerken, met dien verstande dat hij de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing in het kader van deze maatregel alleen kan vragen voor de overuren die vanaf 1 juni 2024 zijn gepresteerd.
Voorbeeld
2025 |
Aantal door de werknemer gepresteerde overuren bij de werkgever Aaantal door de werknemer gepresteerde overuren bij werkgever |
Januari |
130 uur |
Februari |
|
Maart |
|
April |
50 uur wegenwerken |
Mei |
30 uur |
Juni |
|
Juli |
30 uur wegenwerken |
Augustus |
10 uur |
September |
20 uur wegenwerken |
Oktober |
10 uur wegenwerken |
November |
10 uur wegenwerken |
December |
|
Vermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een wettelijke overwerktoeslag: in dit geval heeft de werknemer in 2025 in totaal 290 overuren gepresteerd met recht op een wettelijke overwerktoeslag.
- Op het vlak van de belastingen zal er een belastingvermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een wettelijke overwerktoeslag worden verleend voor 280 uren van de in totaal 290 gepresteerde overuren;
- Op het vlak van de bedrijfsvoorheffing heeft de werknemer dan voor 280 uren recht op een vermindering in de bedrijfsvoorheffing voor bezoldigingen toegekend aan werknemers ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een wettelijke overwerktoeslag.
Het gaat daarbij om de 130 overuren in januari, de 50 overuren wegenwerken in april, de 30 overuren in mei, de 30 overuren wegenwerken in juli, de 20 overuren wegenwerken in september, de 10 overuren wegenwerken in oktober en de 10 overuren wegenwerken in november.
Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk: de werkgever heeft in dit voorbeeld de keuze:
- Ofwel vraagt hij voor deze werknemer de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor in totaal 180 uren (de eerste 130 overuren gepresteerd vóór 1 april 2025 en de eerstvolgende 50 overuren in het kader van wegenwerken gepresteerd in april);
- Ofwel vraagt hij voor deze werknemer de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor in totaal 120 uren (de 120 overuren gepresteerd in het kader van wegenwerken).
De eerste optie is in dit geval het meest voordelige voor de werkgever.
Inwerkingtreding
Het nieuwe stelsel is in werking getreden op 1 juni 2024 en is van toepassing op overuren die vanaf die datum gepresteerd worden.
Vragen?
Als je advies wenst of een vraag wilt stellen over deze maatregel en de toepassingsvoorwaarden ervan, neem dan contact op via juridische-dienst@easypay-group.com.
Bronnen:
- Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen, B.S. 29 mei 2024 en koninklijk besluit van 15 mei 2024, B.S. 28 mei 2024;
- Koninklijk besluit van 20 december 2024 tot wijziging van de bepalingen inzake de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het KB/WIB 92, B.S. 31 december 2024.
Dit bericht delen: