Hoe de vakantieperiodes vastleggen binnen jouw bedrijf?
De zomer is (bijna) in het land en veel werknemers willen dan vakantiedagen opnemen. Het vastleggen van de vakantieperiodes in de onderneming kan ofwel op collectieve wijze voor het voltallige personeel in geval van sluiting van de onderneming, ofwel op individuele wijze via een akkoord tussen de werkgever en elke werknemer. Lees hieronder meer over de procedure om de vakantieperiodes vast te leggen.
Collectieve sluiting
Behalve in het geval dat een bijzondere beslissing wordt genomen in het paritair comité, moeten de data van collectieve sluiting vastgelegd worden via een beslissing van de ondernemingsraad. Bij gebrek aan een ondernemingsraad of een beslissing ervan zullen de periodes van collectieve sluiting bepaald worden in een (unaniem) akkoord tussen enerzijds de werkgever en anderzijds de vakbondsafvaardiging of, bij gebrek hieraan, de werknemers.
Dit akkoord kan desgevallend ook betrekking hebben op het gebruik van het saldo van de vakantiedagen die niet opgenomen worden tijdens de sluiting.
De data van collectieve sluiting van de onderneming moeten verplicht worden vermeld in het arbeidsreglement. Van zodra een akkoord wordt bereikt over de bepaling van de data van collectieve vakantie moet de werkgever dit aanplakken, een kopie versturen aan de werknemers en een exemplaar overmaken aan de directie Toezicht op de sociale wetten die bevoegd is voor jouw onderneming.
Eenmaal de vakantie collectief is vastgelegd voor het voltallige personeel kan de werknemer niet meer voor een andere vakantieperiode kiezen.
Voor de werknemers die geen recht (meer) hebben op betaalde vakantie of op een voldoende aantal vakantiedagen om de volledige periode van collectieve sluiting te overbruggen, verwijzen we naar een volgende flash over de jaarlijkse vakantie.
Individueel akkoord
Bij gebrek aan een collectief akkoord worden de vakantiedagen vastgelegd via een individueel akkoord tussen de werkgever en de werknemer. Indien de werkgever de noodwendigheden van de dienstverlening in de onderneming inroept om een vakantieperiode te weigeren, moet hij in ieder geval de toekenningsregels respecteren die zijn voorzien door de reglementering (zie hiervoor onze eerdere flash over de jaarlijkse vakantie). Noch de werkgever, noch de werknemer kan dus eenzijdig een vakantieperiode opleggen.
Om elke betwisting over de vaststelling van vakantiedagen te vermijden, wordt ten zeerste aangeraden om in het arbeidsreglement de procedure op te nemen die de werknemer moet volgen om een vakantieperiode aan te vragen (bijvoorbeeld de wijze waarop een aanvraag moet worden ingediend en de termijn die hierbij moet worden nageleefd). De werkgever zorgt er ook best voor dat hij zijn eventuele weigering met de gevraagde vakantieperiode schriftelijk overmaakt aan de werknemer.
Indien het geschil blijft voortduren kan een beroep worden gedaan op inspectie Toezicht op de Sociale Wetten of zelfs op de arbeidsrechtbank die de zaak in kort geding zal beslechten (snelle procedure).
Meer weten?
In een volgende flash zullen we dieper ingaan op de specifieke situatie wanneer een werknemer geen recht (meer) heeft op een voldoende aantal betaalde vakantiedagen om de volledige periode van collectieve sluiting te dekken.
Wil je graag een procedure voorzien in jouw arbeidsreglement voor het aanvragen van vakantiedagen? Je kan hiervoor terecht bij onze juristen via uw dossierbeheerder of via de Service Desk.
Bron:
- Koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
Dit bericht delen: